Het is hier al de moeite geweest met ziek zijn de laatste tijd. In het najaar viel al de ene zieke na de andere, en na een januari zonder zieken, hebben we in februari alweer prijs. En meteen stevig: onze jongste heeft de griep. Of ‘de Griek’, zoals onze oudste het noemde. Helaas … Momenteel geen witte stranden of azuurblauw water, geen Akropolis, geen sirtaki of geen Ouzo voor ons. Wel een zielig mannetje dat nu al bijna een week lang getransformeerd is in een zielig vodje, een thermometer die bijna tilt slaat en soms meer dan 40 graden aangeeft, en liters snot…
Als ik zou kunnen, ik zou met veel plezier met hem van plaats wisselen. Met de glimlach zelfs, als ik hem op die manier dat ellendige gevoel zou kunnen besparen. Jammer genoeg werkt het zo niet, en kan ik mezelf alleen nuttig maken als verpleegster, trooster en knuffelaar.
Ik spoel zijn neusje en hou daarbij het midden tussen de ene keer een elegante ballerina die vlotjes en in een bijna onmerkbare pirouette haar taak vervult, en de andere keer een woeste krijger die al worstelend met het welpje dat wild om zich heen slaat haar opdracht probeert te volbrengen. Ik volg nauwlettend zijn temperatuur op en neem hem bij mij in bed als de koorts de pan uit swingt en ik me te veel zorgen maak. Ik haal alle truken uit de kast om hem voldoende te laten drinken.
En hij, hij wil alleen zijn mama. Hij zit daar zo kwetsbaar en breekbaar, met zijn gloeiende lijfje en zijn koortsige oogjes, te jammeren om mama. Zijn buikje dat normaal trots vooruit steekt is ondertussen plat, merk ik tot mijn schrik. Ik mag niet uit zijn oogveld verdwijnen, of het jammerende ‘mama’ weerklinkt nog een paar decibels luider. Het liefst zou hij de hele tijd tegen me aan zitten en mijn hand vasthouden. En als hij echt zou kunnen, hij kroop opnieuw in mijn buik.
Het lijkt wel alsof er een permanente maar onzichtbare navelstreng tussen ons bestaat, die dezer dagen weer wat strakker gespannen staat. Alsof zijn innerlijke kompas automatisch richting mama wijst, zijn veilige haven. Wonderlijk toch, hoe mama het beste medicijn blijkt te zijn. Hoe mijn aanwezigheid op zich al een zalvende en rustgevende werking heeft. Ik streel zijn hoofdje en probeer hem te sussen, en op één of andere manier brengt hem dat een beetje rust.
Het lijkt wel alsof ik, Mevrouwtje Geen Geduld, plots overspoeld word door een stroom aan eindeloos geduld. Ik zie hem afzien, en mijn grenzen verzachten. Ik schiet niet uit mijn sloffen. Wil hij een fruitsapje of chocomelkje, dan ben ik al blij dat hij überhaupt wil drinken. Een stukje chocolade? Hoera, het mannetje eet! En televisie of iPad? Als hij daardoor even verstrooiing heeft, tuurlijk dan! Al zal ik toch paal en perk moeten stellen aan dat oeverloze geduld, want de tijdelijke privileges worden op betere momenten al als verworven rechten beschouwd door het kleine heertje ;-).
Het lijkt wel alsof mijn hele lijf zich op hem focust, alsof ik scherpstel op zijn welzijn. Ja, er is te weinig slaap en er is werken en er is zoveel meer, maar alles verbleekt bij die ene prioriteit.
Het lijkt wel alsof hij en ik in een coconnetje leven momenteel. Hij en ik. Wij samen. Ik denk niet dat ik ooit genoeg kan krijgen van zijn handje dat de mijne vastgrijpt. Van het gevoel dat hij me zo nodig heeft. Van zijn warme lijfje op of tegen het mijne. Het is als een warm bad waarin ik me gretig onderdompel.
Ik troost me met de gedachte dat het ‘maar’ een griep is. En dat het over een paar dagen zo weer voorbij is. Dan zal het miserabele vodje snel vergeten zijn. Maar het gevoel van hij en ik, wij samen, dat blijft. Voor altijd.
Zieke kinderen zijn geen pretje maar je hebt het wel heel mooi verwoord. Beterschap daar!
LikeLike
Bedankt ☺️
LikeLike
Veel beterschap voor je zoontje!!
LikeLike
Thanks!
LikeLike
Mama’s zijn de beste. Succes!
LikeLike