Woensdag, 19h. Mijn man en ik kijken naar het journaal. We krijgen beelden te zien van Aylan, op de vlucht, dood aangespoeld. Een kind, een onschuldig slachtoffer. Iemands zoontje, iemands broertje. Tranen, een stomp in mijn maag. Het had mijn kind kunnen zijn. Dit kan toch niet, dit mag toch niet? In welke wereld leven wij…
Wat later surf ik rond. Ik lees reacties op Facebook, hoor buurtbewoners van een noodopvangcentrum, zie spandoeken hangen. Dat die gelukzoekers hier niet moeten komen, dat ze onze zuurverdiende centjes niet moeten afpakken, dat die criminelen moeten thuisblijven. Verbijstering. Ongeloof. Weer denk ik “In wat voor wereld leven wij?!”
Ik snap het niet. Met de beste wil van de wereld kan ik het niet begrijpen. Hoe kan je zo onverschillig reageren? Want triest genoeg is de foto van Aylan geen alleenstaand geval. Tientallen, honderden, duizenden mensen zijn op de vlucht, weg van de oorlog en de miserie in hun thuisland. Hoe kan je daar zo vijandig tegenover staan? Hoe triest is het dat er een foto van een dood kind nodig is, vooraleer zoveel ogen opengaan?
Mensen die in een bootje stappen, enorme risico’s nemen, ze doen dat niet zomaar. Ze doen dat omdat dat bootje een betere optie is dan blijven. Omdat het bootje veiliger lijkt dan aan land te blijven. Hoe gruwelijk moet het dan niet zijn, daar bij hen thuis? Een mama zal haar kleintjes niet zomaar in een vrachtwagen duwen, gewoon in de hoop om elders wat beter te verdienen. Kan je je de wanhoop inbeelden van zo’n mama?
Wij hebben al wat gereisd in ons leven, mijn man en ik. En onderweg heb ik al tientallen keren gedacht dat we verdorie blij mogen zijn dat ons wiegje toevallig in België stond. Want weet je, ik heb daar nul noppes nada verdienste aan, dat ik hier geboren ben. Pure chance. Zijn er dan echt mensen die vinden dat zij er meer recht op hebben om hier te wonen? Dat een ander dan maar moet creperen, omdat hij hier eerst was? Zijn ze vergeten hoeveel mensen er indertijd naar Amerika zijn gevlucht, omdat ze honger hadden? Hoeveel mensen er ondergedoken zaten tijdens de oorlog?
Natuurlijk besef ik dat er een probleem is. Dat we niet alle vluchtelingen zomaar kunnen opvangen. En dat de oplossing vooral in de thuislanden ligt. Maar ik ben geshockeerd en gedegouteerd door de reacties en het onbegrip van veel Vlamingen. Mijn hart huilt bij het zien van deze maatschappij.
Ik bots op een Facebook-pagina waarin spullen worden verzameld om naar Calais te brengen. Hoor hoe mensen asielcentra contacteren en gerief willen doneren. Opnieuw prikken de tranen. Maar deze keer van ontroering. In wat voor wereld wij ook leven, het is ook een wereld vol geëngageerde mensen, vol solidariteit. Ik kan alleen maar hopen dat die solidariteit geraakt tot bij de mensen die het nodig hebben.
Ik ben ondertussen spulletjes aan het verzamelen om naar een opvangcentrum in de buurt te brengen. Als we nu eens allemaal ons steentje zouden bijdragen, en wat gerief zouden doneren? Zodat die vluchtelingen niet in de kou moeten slapen, geen honger moeten lijden, en op een menswaardige manier kunnen worden opgevangen. Een beetje tegenwicht bieden aan die verzuurde Vlamingen. Ooit zou het jij of ik kunnen zijn die op de vlucht moet. Of onze kinderen. Zouden wij dan ook niet hopen op wat solidariteit?
En als we nu eens allemaal onze kinderen wat respect zouden bij brengen, en een open geest? Hoe naïef het ook mag klinken, zou daarin al geen tikkeltje hoop liggen voor een mooiere toekomst?
Meer info: http://www.vluchtelingenwerk.be/nieuws/welke-hulp-kan-ik-bieden